Laat ik het eens hebben over mislukkingen.
Dat klinkt natuurlijk lekker sappig — wie houdt er niet van een goed mislukt verhaal?
Maar eerlijk is eerlijk: zoveel mislukkingen heb ik eigenlijk niet. Althans, zeker niet meer dan gemiddeld. Want ik moet de eerste kunstenaar nog tegenkomen die nooit een schilderij heeft verprutst.
En tja… wat is eigenlijk een “mislukt schilderij”?
Een creatieve uiting is per definitie je eigenheid. Het kan hoogstens niet voldoen aan je eigen, soms belachelijk hoge, criteria. Of iemand anders vindt het “niet geslaagd”. Maar hé — dat is dan hún probleem, niet het jouwe.
Ik heb bijvoorbeeld een olieverfschilderij waar mijn partner niets van moet weten. Hij vindt het niks.
Ikzelf? Best oké, eigenlijk. Toch merk ik dat zijn mening me beïnvloedt. Raar hè? Of eigenlijk helemaal niet. Want de mening van mensen die dichtbij je staan, telt gewoon zwaar mee.
Het gekke is: ik vind het schilderij niet mislukt, maar ook niet heel goed.
Toch ben ik er trots op. Ik maakte het namelijk volledig uit mijn hoofd, zonder referentiefoto’s — gewoon puur op gevoel. En dat vond ik al een prestatie op zich.
Het resultaat? Een ander beeld dan wat ik in mijn hoofd had, maar met verrassingen onderweg — leuke én irritante. Ik kan soms flink zitten sukkelen met verf die niet wil wat ik wil. Maar als het dan lukt, is dat pure voldoening. Ik heb blijkbaar een hardnekkige doorzetter in me. Echt, soms snap ik zelf niet waar ik het vandaan haal.
(De foto bij deze tekst is het betreffende werk)
Fouten maken hoort natuurlijk bij het schilderproces, maar ik ben niet zo’n type dat het dan maar laat rusten.
Bij olieverf wacht ik tot het droog is en dan ga ik gewoon weer verder.
Pastel is lastiger — het papier raakt sneller verzadigd, dus corrigeren kan maar beperkt. Dat maakt pastel ook spannend.
De vloek van perfectionisme (en een te nette woonkamer)
Dat perfectionisme heeft wel een keerzijde.
Het houdt me soms tegen om vrijer en abstracter te werken. En dat wil ik zó graag.
Maar ik heb nog een ander obstakel: ik heb geen atelier. Ik schilder en teken in de woonkamer.
En ja, dan moet je dus een beetje netjes blijven.
Geen kliedersessies met verfspetters op de vloer. Jammer, want ik heb ideeën in mijn hoofd die juist vragen om loslaten en experimenteren.
Ik moest denken aan een documentaire over een kunstenaar wiens atelier van onder tot boven onder de verf zat — inclusief de kunstenaar zelf. Ik keek ademloos toe. Serieus, ik vroeg me af of hij nog wel “normaal” was.
Maar goed, wat is normaal? Net als “mislukt” is dat gewoon een etiket dat we zelf verzinnen.
Die man zou mij vast een keurige muts vinden, haha.
Als ik ooit een eigen atelier heb, ga ik heus niet met kwasten lopen gooien — maar een paar spatten op de vloer moet kunnen, toch?
Vrijheid, energie en een vleugje magie
Mijn beperkte energie helpt ook niet mee; creatieve vrijheid vraagt om stroming. En dat is precies wat ik meer wil: stromen. Ik wil voor een schilderdoek staan en zeggen:
“Wat wil er vandaag door mij heen komen?”
En dan mijn gang gaan. Zonder oordeel.
Want juist dan ontstaan de mooiste dingen — ook al lijken ze eerst “mislukt”. Die doeken maken ruimte vrij voor iets magisch: je eigen unieke expressie.
Voor mij is dat een mix van abstract en realistisch schilderen, met een kleurenpalet en lichtinval die me raken — zo dat ik er stil van word.
Als ik naar een werk kijk en ik voel die stilte, en daarna een glimlach die blijft hangen… dan weet ik: dit schilderij is gelukt.
Ik hoop dat ik steeds meer durf te experimenteren, vrijer te werken, nog meer te raken — mezelf én anderen.
Want ik schilder vanuit mijn hart. En daar mag nog een snufje magie bij.
Met of zonder atelier, dat is de richting waar ik heen ga. 🎨
Reactie plaatsen
Reacties