De Zwarte Parel         (Pastel; 30 x 40 cm. met lijst; 40 x 50 cm)


In volle vaart,
de manen dansen op de wind.
Slechts één poot raakt de grond —
kracht in vlucht gevangen.
Geboren uit stormen,
getekend door tijd,
maar nog altijd draagt hij
de ziel van Friesland
in zijn glanzende zwarte vacht.
Trouw en sierlijk,
deze veelzijdige zwarte pracht

Full speed cheetah        (Pastel; 30 x 40 cm. met lijst; 40 x 50 cm)

(Hij komt met de zon,
verdwijnt met het stof.

Een levende pijl,
geboren uit licht en lucht,
waar snelheid strategie ontmoet.
Zijn lichaam een dans van precisie —
ranke poten, lange rug,
ogen scherp als de horizon,

vult hij de ruimte met doel en drift.
Elke vezel gericht op het moment.
De aarde spat op onder zijn tred,
de tijd buigt voor zijn wil.

Hij leeft van ruimte, beweegt als gedachte—
vrij, scherp, ongrijpbaar.

Haas(t)je rep je                 (Pastel; 30 x 40 cm. met lijst; 40 x 50 cm)


In een flits van spieren, oren gespitst —
de aarde spat op waar hij de hoek om klapt.
Achter hem de schaduw van de jager,
boven hem het zwenken van de wind.
Maar de haas kent zijn pad, zijn vlucht, zijn kansen.
Met intuïtie als kompas
en zijn hart als trommel

snijdt hij door het veld
En enkel het gras weet waarheen hij ging

IJsvogel”                (Mixed Media; 30 x 42 cm. met lijst; 40 x 52cm)

 

Een flits van blauw, een vleugelslag,
wat een geluk dat ik hem zag.
Met vis gevangen, net gesprongen,
zijn vleugels licht, de lucht doordrongen.

Het water spat — zijn vlucht begon,
een juweel dat je niet vangen kon.
Zeldzaam, snel en wonderschoon —
een glimp van hem, de kleur van droom.

Up, up, into the light” 
 (Mixed Media; 30 x 42 cm. met lijst; 40 x 52)

 

Een sprankje geel, een snelle vlucht,
hij stijgt omhoog, de kant van lucht.
Een spoor van licht blijft even staan —
geen tweede vogel, maar verdwenen in de waan.

Hij laat de schaduw achter zich,
vol vreugde, moed en evenwicht.
Zo dapper, vrolijk, blij van kracht —
een sprank van hoop, in volle pracht.

Onstuitbaar”                    (Pastel; 30 x 42 cm. met lijst; 40 x 52 cm)

 

Ze denderen neer, geen tijd voor vrees,
een massa van spier, van leven, van geest.
Het water kolkt, de oever steil,
maar één voor één gaan zij op peil.

Ze springen, wetend wat daar schuilt,
wat diep in water en schaduw huilt.
Toch gaan ze voort, geen weg terug —
met het gewicht van honger en hoop op hun rug.

Ze dragen het ritme van het land,
houden de vlakte in eigen hand.
Een stroom van leven, luid en klaar,
gnoes op reis — onstuitbaar waar.

Summertime”             (Verkocht, maar giclée printen beschikbaar)

 

Drie jongens zweven door de tijd,
springend, luid en onbereid.
In één beweging, zonder rem,
de zomer tilt het leven van hen.

Een kick van lef, een vliegensvlugge rush,
een plons, een lach, een heldere flush.
Zoals toen in Veere, aan de kade zo steil —
zorgeloos, vol durf, en zonder peil.

Dat kind in jou, het is nog daar,
het wacht tot jij weer springen gaat — klaar?

Spelers”

Tanden bloot, een poot vooruit —
is het spel of vechtgeluid?
Ze draaien, springen, happen zacht,
met twinkeling in elke kracht.

Geen strijd, geen woede, geen verweer,
maar oefening voor straks, voor meer.
Hun spel is band, is voorbereiding,
een ritueel van saamheid en begeleiding.

Ze niezen, stemmen, als één front,
de stilte wacht, het jagen komt.
Maar hier — nog even — niets te vrezen,
gewoon een spel, dat kracht doet lezen.

In de bocht”


Twee paarden snijden door het zand,
gestuurd door menners, sterk van hand.
Een wolk van stof, een schaduwvlucht,
de kracht gebundeld in de lucht.

De bocht genomen, scherp en snel,
het wiel zoekt grip, de leidsel fel.
Ze zweven haast, maar met beleid —
een samenspel dat niets ontwijkt.

Geen tijd voor twijfel, niets vertraagt,
het tempo jaagt, het ritme draagt.
Hier klopt het hart van mens en dier,
in vaart, in kracht — in menplezier.